Weekbrief: Veel dieren op de boerderij
Van maandag 12 mei tem dinsdag 27 mei
We gaan van alles leren over het leven op de boerderij. Welke dieren wonen daar? Wat doet een boer of boerin allemaal? En welke machines gebruiken ze om hun werk te doen?
wiskundige begrippen:
ervaringen
opdoen en gebruik maken van:
Telrij opzeggen, doortellen, terugtellen, binnen het bereik,
verkort tellen
Meer / minder / meest / minst / gelijk aan / niet gelijk aan
2 of
meer dingen vergelijken volgens gewicht
Taalbegrippen
woordkaarten:
de stier, het kalfje,
het stro, het hooi, de alpaca, de geit, het lammetje, het veulen.
woordenschatuitbreiding: de
koe, het paard, de mest, het varken, de big, de boer, de boerin, de kippen, de
kuikens, de kat, de kitten, de lammetje (schaap/geit),de hond, de puppy's, de
tractor, de mestwagen
Reacties
Een reactie posten